Terug naar Schijndel 1880-1940

 

Hoofdstuk 7 – Maatschappelijke zorg en onderwijs

 

St. Vincentiusvereniging

Naast het Burgerlijk Armbestuur was er vanaf 1854 in Schijndel de St. Vincentiusvere­niging aktief op het gebied van de armenzorg.

Men had heel goed in de gaten dat voor het bestrijden van armoede het scheppen van betaald werk uitkomst kon bieden. Verschillende projecten werden daarom door de St. Vincentiusvereniging opgezet zoals een koehaarspinnerij (koehaar werd vroeger ge­bruikt door stukadoors als onderlaag voor de bepleistering van muren en plafonds - ver­der werden er van koehaar matten gemaakt), een mandenmakerij en een klompen­makerij. Een ander terrein waarvoor de St. Vincentiusvereniging veel aandacht aan de dag legde was het bevorderen van deelname van kinderen uit arme gezinnen aan het onderwijs. Naar de toekomst, zo werd geredeneerd, was dat een belangrijk middel om armoede tegen te gaan. Daartoe ging de St. Vincentiusvereniging tussen de middag op scholen eten uitdelen. Om het schoolbezoek te stimuleren werden verder spaarbonnen uitgereikt voor het trouw naar school gaan. Na de invoering van de wettelijke school­plicht in 1900 was het een taak van de overheid om op het schoolbezoek toe te zien. Daarnaast werd door de St. Vincentiusvereniging direkte hulp geboden zoals het uit­delen van aardappelen, kleding en beddegoed. Via thuisbezoek werd gecontroleerd of een gezin daadwerkelijk bedeling nodig had.

De personen op de foto hieronder zijn presidenten en beschermheren van de St. Vin­centiusvereniging in de periode 1854-1929.

 

 

Gezondheidszorg

Waren de gezinnen toentertijd erg kinderrijk, het sterftecijfer was ook bijzonder hoog. Met name vele kinderen kwamen vroegtijdig om het leven. In de periode 1855-1864 bedroeg het geboortecijfer in Schijndel 26 per 1000 inwoners, terwijl het sterftecijfer 25 was.

Als redenen voor de grote kindersterfte zijn te noemen de slechte hygiënische situatie in veel gezinnen, epidemische ziekten, de minder goede voeding en de gebrekkige me­dische zorg. Bij een geboorte liet men zich vaak bijstaan door een buurvrouw of baker. Een dokter werd er veelal pas bijgehaald als het al te laat was.

In 1908 werd op initiatief van huisarts A.A.M.P. KooIen een afdeling van het Groene Kruis in Schijndel opgericht. Daarmee legde hij de fundamenten voor een preventieve gezondheidszorg. Vanaf de kansel spoorde deken Baekers de mensen aan tot deelname aan het Groene Kruis.

KooIen en zijn collega J.N.J. Smulders stelden vervolgens iedereen in de gelegenheid om zich eenmaal per week kosteloos geneeskundig te laten onderzoeken. Ondanks dit aanbod liet het Schijndelse publiek vooralsnog verstek gaan. Waarom zou ik naar de dokter gaan als ik niets voel zo werd er geredeneerd.

Andere aktiviteiten waren het organiseren van lezingen, bijvoorbeeld over tuberculo­sebestrijding en de voeding van kinderen. In 1909 kreeg Schijndel voor het eerst een wijkverpleegster, zuster Hermina Melis van de congregatie van de Zusters van Schijn­deL

Zeer tegen de zin van dokter KooIen in werd het Groene Kruis in 1920 omgezet in het Wit-Gele Kruis - een specifiek katholieke organisatie. Dit gebeurde op verzoek van het episcopaat. Het Groene Kruis was namelijk een neutrale vereniging.

Hoofdzorg gedurende vele jaren was de tuberculosebestrijding. Naast het geven van voorlichting werd er onder andere versterkend voedsel aan T.B.C.-patienten verstrekt, werden zieken voor verpleging naar sanatoria gezonden en vond er woningverbetering plaats - het aanbrengen van ventilatie e.d.

Een belangrijke aktiviteit - vanaf 1916 - was verder het verzorgen van moedercursus­sen.

Resultaten van al deze inspanningen bleven niet uit. In de periode 1921-1930 was het geboortecijfer 31 per 1.000 inwoners en was het sterftecijfer 14. Toch was dat nog bo­ven het landelijke gemiddelde van 10.

Met het oog op de nog steeds grote kindersterfte begon het Wit-Gele Kruis in 1932 een consultatieburau. Een ander initiatief daartoe was de aanstelling door het Wit-Gele Kruis van een kraamverzorgster in 1932. Bij de opening werd onderstaande foto ge­maakt.

 

 

W.]. de Visser, ].A.A. Zijlmans, H.].H.]. Verstraaten, zuster Marie ]osephine Manders,

G.M. van Velthoven, zuster Theofora Büller, W.H.A. van Oppenraaij,

pastoor G.L.]. van Dijk, A.C.]. van Heertum, Adr. van den Oetelaar en Chr. Wouters.

 

Aparte vermelding vanwege hun grote betekenis voor de gezondheidszorg verdient de congregatie van de Zusters van Schijndel. De meest in het oog springende aktiviteit op dat terrein was wel de oprichting in 1934 van een ziekenhuis, het Lidwinagesticht op de Boschweg.

 

 

Openbaar onderwijs voor jongens

Voor jongens was er een openbare lagere school die vanaf 1832 aan de Hoofdstraat was gevestigd. Het schoolbezoek was vaak echter matig. Enerzijds had dit te maken met de kosten die daaraan verbonden waren - voor veel ouders was het schoolgeld te hoog - anderzijds werden kinderen thuis gehouden om mee te werken. Na 1900 toen het schóolbezoek verplicht werd gesteld kreeg de veldwachter opdracht er op toe te zien dat er niet gespijbeld werd. Wanneer hij spijbelaars aantrof moest hij de kinderen op school afleveren. Maar vooral in de zomermaanden bleven toch nog vaak heel wat schoolbanken leeg. Van omstreeks 1919 dateert onderstaande klassefoto.

 

 

Boven: Adr. van Doremalen, Johan Jonkers, Jo van Roessel, Johan Oerlemans, Theo Boom,

Harrie Verhagen (Hermalen), Martijn Persons, Den Otter en meester Van Bus­sel.

Daaronder: Jan Pennings, Pieter Bosmans, Frans Schrijvers, Huub van den Heuvel, Gijs KooIen, Antoon Jonkers, Toon Oerlemans,. Toon Kriellaars, Bernard van Veghel, Jan van Weert,

Johan van Dijk en meester Michels.

Midden: Theo van Den Dungen, Toon Buenen, Jan van Schijndel, Ties Beek­mans,

Tijn den Otter, Johan den Otter, Piet van Doremalen, Adri Oerlemans,

Johan van de Ven, Johan Heijmans, Toon Tausch en Hein Martens.

2de rij vooraan: Wim Bos, Buenen, Willem van Schijndel, Grard van Rozendaal, Van Liempd,

Harrie Buenen, Wim Buenen, Janus van der Eerden, Harrie Swinkels en Stef van de Wiel.

Vooraan: Harrie Bosmans, Joop van Rossurn, Harrie Verhagen, Sjaak Tausch,

Tijn van der Velden, Johan van der Velden, Martien van der Velden,

Johan Buenen, Mies Geerts, Nico Kerkhof en een broer.

 

Bijzonder onderwijs voor jongens

In 1922 werd in Schijndel begonnen met een bijzondere lagere jongensschool. In plaats van de gemeente vormde het R.K. kerkbestuur voortaan het schoolbestuur. In 1924 werd de openbare jongensschool opgeheven.

De Boschweg kreeg in 1930 een eigen jongensschool. Daar werd een jaar later deze foto van de vierde en vijfde klas gemaakt.

 

 

Staand: Jan van Oorschot, Wim Schakenraad, meester Van Oss, Frits Schellekens,

Frans van Heeswijk, Harrie Steenbakkers, Toon van der Schoot, Toon Kemps, Jan Schellekens,

Frans van Rozendaal, Harrie van den Heuvel, Jan van Herpen, Piet van Wanrooij, Bert van der Eerden, Jos van Aarle, Harrie Bekkers, Gijs van Helvoort, Jos van Aarle en Theo Timmermans.

Zittend in linkse rij van voor naar achter: Hein Steenbakkers en Tijn Gevers,

Mies van Weert en Piet Persons, Toon van den Akker en Jo Kemps,

Mies Kastelijn en Frans Verhagen, Piet Bekkers en Bert Kronenburg.

Middelste rij: Toon van Uden en Frits Schellekens, Jan van Heeswijk en Wim van der Schoot,

Adrie van Heeswijk en Frans Bekkers, Harrie van Liempd en Jos Steenbak­kers,

Toon Schellekens en Jan van Liempd, Wim Schel en Jan Steenbakkers.

Rij rechts: Toon Steenbakkers en Harrie Kastelijn, Jo van Uden en Christ Schelle­kens,

Tijn Blommers en Jan van Wanrooij, Toon van Heeswijk en Toon Blommers,

van Rooij en Piet van Erp, Toon van Aarle en Frans Steenbakkers.

 


Meisjes- en kleuteronderwijs

Onderwijs voor meisjes werd ter hand genomen door de Zusters van Schijndel. In 1837 begon Anna de Bref - zus van de Moeder Overste - een school voor meisjes om taal en vrouwelijke handwerken te leren. Drie jaar later kwam het meisjesonderwijs helemaal onder de hoede van de Zusters van Schijndel.

In het begin ging het allemaal erg moeizaam. Zo diende een bakkerij aanvankelijk als schoollokaal. Verder was het leerlingenaantal erg laag. Pas toen de pastoor dreigde dat kinderen die de school van de Zusters niet bezochten hun eerste H. Communie niet mochten doen kwam daar verandering in.

 

Door de Zusters werd in 1894 in het Wijbosch een tweede meisjes- en kleuterschool begonnen. In 1915 werd er onderstaande foto gemaakt. Alleen die kinderen mochten op de foto waarvan de ouders een foto kochten. De prijs van de foto bedroeg fl. 0,25 - ongeacht het aantal kinderen uit één gezin dat werd gefotografeerd.

 

 

Boven: Net van der Mee, Jans Vorstenbosch, Jana van den Ak­ker, Bertha van der Mee en Drieka KooIen.

Daaronder: Mina van de Wijdeven, Betje (van Piet) Vorstenbosch, Betje (van Bert) Vorstenbosch, Marie Steenbakkers, Antonet van den Akker, Marie Vorstenbosch en Marie van Weert.

Derde rij: Cato van Weert, Mina Verhoeven, Jana Heesakkers, Anna Vorstenbbsch,

Marietje Heesakkers, Miet van Dijk, Siska van den Akker, Jans van Dijk

met voor haar Sien van den Akker.

Vierde rij: Jaan van Weert, Janske van Weert, Bet Heesakkers, Jaan van de Wijdeven,

Marie van de Wijdeven, Van Dijk, Marietje van Doleweerd, Mientje van den Akker

en Martha van den Akker.

Vijfde rij: Betsie Duffhues met voor haar een broer, Jet Verhoeven, onbekend,

Jet Steenbakkers, Mina Steenbakkers, Martha Voets, Petra van de Wijdeven,

Dineke van de Wijdeven en Marinus van den Akker.

2de rij van onder: Van den Akker, Jo van der Mee, Marie van Heeswijk,

onbe­kend, onbekend, Sjef Heesakkers, Verhoeven, Verhoeven,

Jan Spierings, Sientje Steen­bakkers en Marinus van de Wijdeven.

Vooraan: Pieter Duffhues, Toon van der Mee, Harrie Heesakkers, Albert van den Ak­ker,

Jan van Heeswijk, Janus van Heeswijk en Toon Voets.

 

Als men het had over de kleuterschool werd in de volksmond vooral gesproken over de kakschool. Andere benamingen waren bewaarschool en fröbelschool. In 1924 werd van kinderen van de kleuterschool nabij het Moederhuis de onderstaande foto ge­maakt.

 

 

Boven: Jan Goijaarts, onbekend, een zoon van Toon Voets, Piet Kemps,

Van den Dungen, H. Dekkers, onbekend, Jo van den Oetelaar.

Tweede rij: J. van Schijndel, Pijnenburg, Mies Verbruggen, Wim van Esch,

H. van Heeswijk, onbekend, H. Martens, An Venmans.

Derde rij: An van Gijs van Gestel, Gijs Timmermans, Frans van Beek, onbekend, Frans van Rozendaal, onbekend, Joke van der Eerden, G. van de Wijdeven en Mien van Heeswijk.

Vierde rij: Aarts, De Graaf, twee zusjes Van den Broek, onbekend, Voets (?),

M. van de Wijdeven en Piet van de Wijdeven.

Vooraan: H. van Gestel, An van Dries van Gestel, Nol van Roessel,

Leo van de Oete­laar, Drieka Geerts en Gijs van Esch.

 

Vervolgonderwijs en cursussen

Op het gebied van onderwijs en vorming waren er evenwel nog andere aktiviteiten in Schijndel. Een opmerkelijk initiatief ging uit van de directeur en werknemers van steenfabriek "De Molenheide". In 1926 werd het verzoek gedaan om huisonderwijs aan de kinderen van het personeel te mogen geven. Niet bekend is hoe daarover is beslist.

Gedurende vele jaren was er een avondschool. Vóór 1900 was die vorm van onderwijs voor een heleboel kinderen het enige waaraan deelgenomen werd. Overdag moesten zij namelijk meewerken. Naderhand had de avondschool louter het karakter van aanvullend- en herhalingsonderwijs. Ook praktische lessen werden er op de avond­school gegeven. Architect Van Liempd gaf er bijvoorbeeld tekenen. Verder is er nog een tijdje een zondagsschool geweest, maar daarover is niet veel bekend.

 

Al in 1858 begonnen de Zusters van Schijndel in hun moederhuis een kweekschool voor de opleiding van leerkrachten. De betekenis er van ging tot ver over de dorpsgren­zen heen.

Gedurende de jaren 1922-1931 was er in Schijndel een U.L.O.-school (Uitgebreid Lager Onderwijs). Waarom de school werd opgeheven is niet bekend.

 

Een belangrijke school voor de hele regio was de lagere landbouwschool die in 1922 was opgericht en in het gebouw van de openbare lagere school aan de hoofdstraat on­derdak had gevonden. De school stond onder supervisie van de N.C.B. Na een diploma­uitreiking werd rond 1930 de volgende foto gemaakt.

 

 

Van de achterste rij zijn bekend: Janus Fassbender (derde van links)

en Harrie Verha­gen (helemaal rechts).

In het midden: Jan van de Westelaken (helemaal links - bestuurslid) met naast hem een zoon,

Jan van den Oetelaar (tweede van rechts - bestuurslid) en Janus Schellekens (uiterst rechts - bestuurslid.

Vooraan: kapelaan Steenbakkers, gemeentesecretaris De Bruijn, L.N. Deckers

(lid van het hoofdbestuur van de N.C.B. - later minister van Landbouw, pastoor Donders,

burgemeester Janssens, Jan Zijlmans (leraar van de Landbouwschool) en kapelaan Driessen.

 

Behalve schoolonderwijs was er - zoals eerder al ter sprake is gekomen - de vorming middels diverse cursussen. Zo werden er vanuit de N.C.B. melkcursussen georgani­seerd en hielden de Zusters van Schijndel naaicursussen.

Van de deelnemers aan een naaicursus werd omstreeks 1930 deze foto gemaakt.

 

 

Ach­teraan: Anna Oerlemans, Jans van de Westelaken, Maria Dorelei­jers en Betsie Schellekens.

Midden: Anneke Bouten, zuster Alida en Jaan van de Ven.

Vooraan: Anneke van Kessel en Sineke van Rozendaal.

 

               

 Terug naar Schijndel 1880-1940